Hoorrecht in de afrondende fase

De hoorrechtfase nadert bij de meeste pensioenfondsen zijn afronding. De ervaringen waren niet bij alle pensioenfondsen onverdeeld positief. Niet alle sociale partners stelden zich in het hoorrechtproces namelijk even welwillend op. Met name bij het grootste Nederlandse pensioenfonds, het ABP, liet dit veel te wensen over.

Gelukkig waren er ook positieve geluiden, zoals bij Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) en bij ons eigen PNO Media. Zowel bij PFZW als PNO Media waren de verenigingen van gepensioneerden al in een vroeg stadium bij het transitieproces betrokken. Er was bovendien sprake van een open dialoog, die alle ruimte liet om met elkaar van gedachten te wisselen, elkaar zo goed mogelijk te begrijpen en waar mogelijk tot nieuwe inzichten te komen. De reacties van VGOmedia op de diverse transitieplannen die door sociale partners zijn voorgelegd, zijn te vinden op onze website vgomedia.nl.

Inmiddels hebben de sociale partners op de schriftelijke inbreng van VGOmedia gereageerd. Voor VGOmedia nadert nu het moment om na de reactie van sociale partners alle plussen en minnen te wegen en tot een totaal oordeel te komen. Dat totale oordeel kan zowel positief als negatief zijn, maar ook een positief oordeel met beperking behoort tot de mogelijkheden. Voor de definitieve oordeelsvorming is wel enige tijd nodig. Wat VGOmedia betreft, gaat zorgvuldigheid boven snelheid!

Het aantal koplopers in de transitie neemt verder af

In mijn oktobercolumn maakte ik een vergelijking met het verhaal van de tien kleine negertjes, en ik schreef over het aantal koplopers “en toen waren er nog maar vier”. Inmiddels heeft ook Pensioenfonds Levensmiddelen de overgang naar het nieuwe stelsel uitgesteld. En nu zijn er dus nog maar drie.

Vertrouwen op een goede afloop van de transitie teleurstellend laag

Een van de drie pensioenfondsen die nog wel per 1 januari 2025 naar het nieuwe stelsel wil overstappen, is het achtduizend deelnemers tellende Personeelpensioenfonds APG, het pensioenfonds voor de werknemers van het ABP. Bij de rondetafelbijeenkomst in de Tweede Kamer in juni dit jaar, kwam naar voren dat uit een enquete onder de deelnemers van dat fonds was gebleken dat maar een op de vijf gepensioneerden gerust was over de overgang naar het solidaire stelsel.

Niet alleen de gepensioneerden toonden weinig vertrouwen in het nieuwe stelsel. Ook veel actieve deelnemers ervaren onduidelijkheid over de nieuwe regels, zo meldde het fonds. Bij de actieve deelnemers was het vertrouwen wel wat groter en gaf 31 procent aan een gerust gevoel over de nieuwe regels te hebben. Later werd getracht dat cijfer er wat beter te laten uitzien door ‘de groep gerust’ samen te voegen met ‘de groep neutraal’. Het percentage telde dan op tot 54. Omdat het hier om een organisatie gaat waar veel pensioenprofessionals werken, is dat lage percentage overigens verre van bemoedigend.

Voor vertrouwen is goede communicatie essentieel

Lisa Brüggen, hoogleraar Pensioencommunicatie en keuzebegeleiding, adviseerde in de Tweede Kamer na de transitie de nadruk bij communicatie te leggen op het verwachte netto maandelijkse pensioeninkomen en minder aandacht te besteden aan het bijbehorende kapitaal. Deelnemers moeten naar haar mening vooral inzicht krijgen in de mate van onzekerheid van hun pensioen. Belangrijk is bovendien dat pensioen wordt uitgelegd op een manier die de deelnemer begrijpt.

Publieksmonitor pensioenen

In opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt ieder kwartaal de publieksmonitor pensioenen opgesteld met als doel doorlopend het vertrouwen van de Nederlandse bevolking in het pensioenstelsel inzichtelijk te maken. Dat gebeurt op een ‘hoog over’ niveau. De centrale vraag is steeds hoeveel vertrouwen er is in het pensioenstelsel en in de partijen die belast zijn met de uitvoering.

De laatste monitor werd gepubliceerd op 10 oktober 2024. Daaruit blijkt dat de vertrouwensscore in het pensioenstelsel in het derde kwartaal licht is gestegen naar 6,0. Het vertrouwen in het pensioen laat daarbij een iets stijgende trend zien. Voor de eerste keer kon een cijfer van 6 gemiddeld worden gerapporteerd. De toename van het vertrouwen komt met name van gepensioneerden en hoog financieel geletterden. Weinig tot geen vertrouwen komt vooral voort uit onzekerheid en twijfel.

Tot slot

Een basisvoorwaarde voor het creëren van vertrouwen in het nieuwe stelsel is dat nu snel inzicht wordt verkregen in de implementatieplannen en de nieuwe (aangepaste) pensioenreglementen. Zowel actieven als gepensioneerden zullen de voorwaarden van het oude met het nieuwe pensioenreglement willen vergelijken. Denk daarbij aan de aanspraken op nabestaandenpensioen en de indexatieregels. Zolang dat niet is gebeurd, lijkt het hopen op meer vertrouwen in het nieuwe pensioenstelsel vooral wensdenken.

De communicatiespecialisten zijn nu aan zet. Eerst een communicatieplan opstellen, daarna de mouwen opstropen en aan de slag!


Bestuurslid VGO Media
Anton de Bekker deelt in zijn maandelijkse column zijn persoonlijke visie over actuele pensioenonderwerpen.