VGOmedia heeft drie kandidaten op haar lijst gezet voor de verkiezingen voor het Verantwoordingsorgaan. Dat orgaan is belangrijk en daarom roepen wij onze leden op om vooral hun stem op onze kandidaten uit te brengen. Kijk hier wie dat zijn en waarom ze zich hebben aangemeld.

Bestuurslid namens gepensioneerden in bestuur PNO Media

In de statuten van PNO Media is vastgelegd dat het gepensioneerden-bestuurslid van PNO Media wordt benoemd door de gepensioneerdengeleding van het Verantwoordingsorgaan. Op dit moment is dat bestuurslid mevrouw mr Madelon van Waart, onze vroegere secretaris en nog steeds gewaardeerd lid van VGOmedia.

Advies
Behalve onze drie kandidaten hebben zich nog vier mensen gemeld. Er zijn drie zetels te verdelen. Zonder afbreuk te doen aan de kwaliteiten van andere kandidaten roepen wij je op om te stemmen op onze kandidaten. Zo kunnen wij de gepensioneerdenbelangen goed behartigen, uiteraard zonder de belangen van andere betrokkenen uit het oog te verliezen.

Verkiezingsdata: 12 september t/m 3 oktober 2024

meer informatie

Taken en verantwoordelijkheden van het Verantwoordingsorgaan (VO)

De wettelijke taken van het Verantwoordingsorgaan zijn in de Pensioenwet vastgelegd. Het bestuur van een pensioenfonds legt aan het Verantwoordingsorgaan verantwoording af over het beleid en de wijze waarop dat is uitgevoerd. Het VO heeft daarnaast een aantal belangrijke adviesrechten.

Zo beoordeelt het VO het handelen van het bestuur aan de hand van het jaarverslag, de jaarstukken en de beleidskeuzes voor de toekomst. Dit oordeel wordt, samen met de reactie van het bestuur daarop, in het bestuursverslag opgenomen.

Algemene adviesrechten van het Verantwoordingsorgaan

Het verantwoordingsorgaan brengt advies uit over:

• Het beleid inzake beloningen;
• Het vaststellen en wijzigen van een interne klachten- en geschillenprocedure;
• Het vaststellen en wijzigen van het communicatie- en voorlichtingsbeleid;
• Gehele of gedeeltelijke overdracht van de verplichtingen van het pensioenfonds of de overname van verplichtingen door het pensioenfonds;
• Liquidatie, fusie dan wel splitsing van het pensioenfonds.

Adviesrechten Verantwoordingsorgaan speciaal bij pensioentransitie

Tijdens de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel worden de bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan verstevigd. Zo heeft het Verantwoordingsorgaan een adviesrecht bij ‘het invaren’ en over het overbruggingsplan. Daarnaast heeft het Verantwoordingsorgaan overlegrecht, beroepsrecht en het recht van enquête.

Elk bestuursbesluit rondom invaren en de beleidsmatige keuzes in dat kader is adviesplichtig. Dit geldt dus ook voor een eventueel verzoek van de werkgever een deel van het pensioenfondsvermogen aan te wenden voor de vulling van de solidariteitsreserve of compensatie afschaffing doorsneepremie.

Het pensioenfondsbestuur legt alle (voorgenomen) besluiten inzake de transitie naar een nieuw pensioenstelsel in één keer voor aan het VO, zodat deze in samenhang bezien kunnen worden. In de adviesaanvraag licht het pensioenfonds toe welke belangenafweging aan de collectieve waardeoverdracht ten grondslag ligt. Daarbij hoort een overzicht van de beweegredenen voor het besluit en van de gevolgen die het voor belanghebbenden zal hebben.

Bij een negatief advies van het Verantwoordingsorgaan zal het pensioenfonds de werkgever moeten vragen het voornemen tot een collectieve waardeoverdracht te heroverwegen, met inachtneming van het negatieve advies. Ook als maar één geleding binnen het VO negatief staat tegenover het voorgenomen besluit, zal het pensioenfonds dat aan de werkgever moeten vragen. Als de heroverweging niet tot intrekking van het verzoek leidt en het fondsbestuur de collectieve waardeoverdracht ondanks dit negatieve advies doorzet, kan het Verantwoordingsorgaan hiertegen beroep instellen bij de Ondernemingskamer.

Gedurende de transitie heeft het VO de mogelijkheid beroep in te stellen bij de Ondernemingskamer als het pensioenfondsbestuur afwijkt van een negatief advies, Het VO heeft daarnaast in de transitiefase ook een enquêterecht dat kan worden ingezet indien het VO meent dat het pensioenfondsbestuur tijdens de transitie de regels omtrent medezeggenschap niet in acht neemt.