Op 1 juli 2023 treedt de Wet Toekomst Pensioenen (WTP) in werking, maar het echte werk moet nog beginnen.

Op 1 juli 2023 treedt de Wet Toekomst Pensioenen (WTP) in werking. Over de wijziging van het huidige pensioensysteem is meer dan 10 jaar gediscussieerd en de ongeveer 200 Nederlandse pensioenfondsen hebben enorme bedragen uitgegeven om zich op de wijziging voor te bereiden. Waarschijnlijk gaat het om minstens honderd miljoen.

In mijn uitgebreide relatiekring in de pensioenwereld kom ik maar weinig mensen tegen die echt enthousiast zijn over de nieuwe pensioenwet, waarmee de Eerste Kamer op 30 mei heeft ingestemd. Wel bespeur ik alom een zekere vermoeidheid, en nu opluchting over het feit dat aan de discussie – zij het voorlopig – een einde is gekomen. Vaak hoorde ik de hartekreet ‘de huidige wet is weliswaar niet ideaal, maar met een paar minder ingrijpende wijzigingen hadden we met veel minder kosten veel kunnen bereiken’.

Een belangrijke systeemfout in het huidige stelsel is dat de met het pensioenvermogen van de huidige deelnemers behaalde beleggingsresultaten – onder het mom van toekomstbestendig indexeren – stelselmatig naar de toekomst worden doorgeschoven (buffervorming) en dus maar ten dele ten goede komen aan de deelnemers met wiens vermogen de beleggingsresultaten zijn behaald. Die fout was ook zonder stelselwijziging te repareren geweest.

Beoogde doelen stelselwijziging lijken nauwelijks te worden gerealiseerd

Belangrijke doelen bij de stelselwijziging waren het realiseren van een koopkrachtig pensioen, meer transparantie en een betere aansluiting bij de arbeidsmarkt.

Tijdens de parlementaire discussie bleek al snel dat het doel om pensioenen in het nieuwe stelsel structureel voor inflatie te compenseren niet haalbaar was. Vanuit de wetenschap werd gepleit voor de invoering van een reëel beschermingsrendement (compensatie voor inflatie vanuit beleggingsresultaten), maar vooralsnog is met deze suggestie niets gedaan. Hopelijk ontstaat er binnen enkele jaren ruimte om dat alsnog te doen.

De invoering van persoonlijke pensioenpotjes zou voor meer transparantie moeten zorgen. Dat lijkt een illusie. Het ABP sorteerde bijvoorbeeld al twee jaar voor op die wens door deelnemers over hun aandeel in het pensioenfondsvermogen te informeren. De daling van die pensioenpotjes in het afgelopen jaar zorgde voor zoveel onrust onder de deelnemers dat het ABP besloot die informatie weer offline te halen. De vraag is of het wel wijs is in detail zichtbaar te maken wat er allemaal onder de motorkap van het pensioen gebeurt. Deelnemers willen vooral ontzorgd worden en die doelstelling komt door het geven van heel veel detailinformatie in de knel. De prijs van dat pensioen aan de hand van allerlei technische componenten helemaal uitsplitsen (de kassabon van kamerlid Pieter Omzigt) is niet nodig.

Zolang ZZP-ers niet of nauwelijks tot pensioenfondsen kunnen toetreden, is ook een betere aansluiting bij de arbeidsmarkt nog ver weg.

Het echte werk moet nog beginnen.

Het echte werk kan nu pas beginnen. Allereerst zullen de sociale partners over de inrichting van de nieuwe pensioenregelingen moeten beslissen. Dat is een hele klus, denk alleen al aan de vormgeving van het nabestaandenpensioen voor de werkenden op risicobasis. PNO media gaat meerdere regelingen aanbieden. Vervolgens moet het vermogen van ons pensioenfonds op evenwichtige wijze worden verdeeld over de persoonlijke pensioenpotjes van 20.000 werkenden, 35.000 gewezen deelnemers en ruim 10.000 gepensioneerden.

Aan VGOmedia komt als vereniging van gepensioneerden het zogeheten ‘hoorrecht’ toe. Dat horen dient plaats te vinden op een zodanig tijdstip dat het van invloed kan zijn op de inhoud van het door sociale partners op te stellen transitieplan en de daarin verantwoorde keuzes. VGOmedia heeft zich goed op de invulling van het hoorrecht voorbereid. Standpunten zijn neergelegd in een position paper dat aan de sociale partners is toegezonden. Daarbij heeft VGOmedia bovendien aangegeven op constructieve wijze de dialoog met hen te willen aangaan.

Invoering WTP helaas een gemiste kans, maar zeker geen ramp.

Ter geruststelling van onze leden is het goed te benadrukken dat er geen pensioenvermogen is verdwenen. Het nieuwe pensioenstelsel wordt weliswaar individueler en minder solidair, maar vooral door bij de vermogensverdeling voor een goed gevulde solidariteitsreserve te zorgen, is de kans op pensioenkortingen – zeker in de eerste jaren na de stelselwijziging – niet erg groot. Van ons PNO Media bestuur en de beleidsbepalers verwachten wij bovendien dat evenwichtige belangenafweging bij hen hoog in het vaandel blijft staan. Op zich heb ik daar alle vertrouwen in.


Bestuurslid VGO Media