Wordt Nederland collectief depressief?

Wanneer rond de derde dinsdag in september de eerste blaadjes vallen, wordt het in Den Haag meestal een stuk onrustiger. Het begrotingsbeleid voor het nieuwe jaar moet immers worden vastgesteld. Regeringspartijen en oppositie strijden over aanpassing van door de regering voorgestelde plannen. Afhankelijk van politieke voorkeuren worden voorstellen tot wijziging van de ingediende begroting ondersteund, dan wel als onbetaalbaar aangemerkt. Dit jaar, in een periode waarin de uitslag van de laatste verkiezing nog moet worden verteerd en de politieke verhoudingen fundamenteel zijn gewijzigd, is dat extra lastig. De bestaanszekerheid die velen wensen is immers niet gratis.

Om de formatie van een nieuw kabinet niet nodeloos complex te maken, kijkt een ambtelijke stuurgroep vooraf naar de mogelijkheden die er zijn om begrotingstekorten op een aanvaardbaar niveau te houden. Dat kan door te bezuinigen of door lasten te verhogen. Er ontstaat een soort menukaart waarop aan alle mogelijke beleidswijzigingen een prijskaartje is gehangen. Volgens de ambtelijke studiegroep is het wenselijk dat een nieuw kabinet voor maar liefst 17 miljard euro gaat ombuigen.

Niet alles wijzigt

Veel gebeurtenissen zijn voorspelbaar en wijzigen nauwelijks. Denk bijvoorbeeld aan Klaas Knot, de president van DNB, die in het najaar inzoomt op de risico’s voor de economische ontwikkeling en de financiële stabiliteit op de kortere en wat langere termijn. Dit jaar noemde Klaas Knot de snel gestegen rente als een risico. Het is voor huishoudens en bedrijven in Nederland duurder om geld te lenen. De overgang naar hogere rentes werkt ook negatief uit voor de houdbaarheid van overheidsschulden. De staatsschuld drukt dan zwaarder op het overheidsbudget. Zoals mag worden verwacht, steunt Klaas Knot daarom het advies van de ambtelijke studiegroep aan een volgend kabinet om de koers van het begrotingsbeleid te wijzigen.

CPB-ramingen stelselmatig te pessimistisch

Wat niet helpt, is dat de CPB-ramingen op basis waarvan overheidsbeleid wordt geformuleerd stelselmatig te pessimistisch zijn. Zo bleek het saldo van inkomsten en uitgaven in de laatste zes jaar steevast gunstiger dan de laatste CPB-raming. Dat tast de geloofwaardigheid van het CPB aan en is niet zonder risico. Het doet mij denken aan de fabel van de Griekse dichter Aesopus ook wel Aisopos genoemd, die ongeveer 600 jaar voor Christus leefde. De fabel gaat over een jongen die van zijn vader op de schapen moest passen en als hij een wolf zag hard “Wolf” moest roepen. De jongen was ondeugend en sloeg driemaal voor niets alarm. De vierde keer dat hij “Wolf” riep, luisterde er niemand en dat liep niet goed af.

Waarheden, halve waarheden en onwaarheden.

De grootste uitgavenpost in het jaar 2023 aan Sociale Zekerheid was de AOW. Die post vergde maar liefst 44 miljard euro. Een belangrijke vraag is of de AOW in de toekomst even hard moet stijgen als het minimumloon, dus of de koppeling tussen de AOW en het wettelijk minimumloon in stand moet blijven. Vooral nu het er naar uitziet dat het wettelijk minimumloon flink wordt verhoogd, is dat van belang. Welk effect die koppeling heeft op de overheidsfinanciën is minder eenvoudig vast te stellen dan velen denken.

Als het minimumloon met 5 procent stijgt en de AOW ook, dan zou je wellicht denken dat de lasten met 5 procent van 44 miljard euro dus met 2,2 miljard euro per jaar toenemen. Maar voor AOW-gerechtigden neemt hun inkomen met hetzelfde bedrag toe. Over de extra AOW moet door hen belasting worden betaald, en zelfs vaak in een dan hogere schijf van de inkomstenbelasting. Per saldo drukt dat de saldolast van de AOW voor de overheid. Over het consumptief bestede deel van de extra AOW ontvangt de overheid bovendien weer BTW. Een hogere AOW leidt ook tot lagere zorg- en huurtoeslagen. Kortom, bij uitspraken over de lasten voor de overheid is het van belang goed door te vragen over de effecten waarmee al dan niet al rekening is gehouden.

Structurele kosten

Indien er over structurele kostenstijgingen wordt gesproken, is voorzichtigheid helemaal geboden. Bij uitspraken als: dat kost structureel € .. miljard (denk bijvoorbeeld aan een mogelijke afschaffing van het eigen risico ziektekosten en aan een langzamere verhoging van de AOW-leeftijd) worden vooraf aannames gemaakt die niet altijd worden vermeld. Er wordt vooruitgekeken, rekening gehouden met inflatie en lasten in zachtere toekomstige euro’s worden nogal eens gepresenteerd alsof het harde euro’s anno 2023 of 2024 zijn.

Ondergesneeuwde positieve zaken in de laatste maanden

Kort geleden werden de definitieve cijfers over ‘de financiële stand van het land’ aan het einde van het jaar 2021 gepubliceerd. Het overheidstekort over dat jaar was maar liefst € 20 miljard lager dan iedereen tot voor kort dacht.
De economische groei was met 5 procent een stuk hoger dan eerder was voorspeld en de staatschuld eind 2021 kwam uit op 52,1 procent van het BBP.
Bij de presentatie van de Kwartaalnota overheidsfinanciën (derde kwartaal 2023) bleek de financiële positie van de overheid ten opzichte van het derde kwartaal 2022 opnieuw sterk te zijn verbeterd. De inkomsten namen met € 8 miljard meer toe dan de uitgaven en de overheidsschuld nam af tot 45,9 procent van het BBP. In het jaar 2023 noteerde de overheid zelfs de laagste schuldquote in 15 jaar. De ontwikkeling van de staatsschuld is dus meer dan ooit afhankelijk van de economie en niet alleen van de overheidsuitgaven.

Doen wat er uiteindelijk toch moet worden gedaan lijkt verstandig beleid

Geen zinnig mens zal bij brand in zijn huis niet direct de brandweer bellen, maar eerst eens gaan kijken of hij de brandweer wel kan betalen. Wij staan in Nederland voor hoge noodzakelijke investeringen, zoals bijvoorbeeld de verhoging van de dijken. Eerst raamden de waterschappen de kosten op 12 miljard euro, maar volgens de laatste ramingen kost dat nu maar liefst 24 miljard euro. Ook het elektriciteitsnet moet – om Nederland op langere termijn leefbaar te houden – worden verzwaard. Dat zijn geen consumptieve bestedingen, maar onontkoombare investeringen waardoor de economie kan blijven groeien en de staatsschuld ook beheersbaar blijft. Doen dus!

Een positief slot

We staan er in Nederland veel beter voor dan soms wordt gesuggereerd. We mogen zeker niet stil zitten, maar er is voldoende reden om met een positief gevoel naar de toekomst te kijken. Als VGOmedia-bestuur doen wij dat. Wij blijven ons ook in 2024 onverminderd inzetten om de belangen van onze leden te behartigen.

Onze leden wensen wij een heel gelukkig en vooral gezond 2024.


Bestuurslid VGO Media
Anton de Bekker deelt in zijn maandelijkse column zijn persoonlijke visie over actuele pensioenonderwerpen.