Nu even geen pensioen als onderwerp, maar gezondheidszorg
Hoewel vaststaat dat er nog foutjes in de nieuwe pensioenwet moeten worden gerepareerd, heb ik de indruk dat de minister het niet aandurft om dat via een zogeheten veegwet te regelen. De minister kan Kamermoties terzijde schuiven, maar voor amendementen bij wetsaanpassingen is dat niet het geval. De strekking van eventuele amendementen is voor een deel onvoorspelbaar en kan – gezien de gewijzigde verhoudingen in de Tweede Kamer – alle kanten op. Voor de minister is dat een groot risico. Zo goed als zeker is het dus wachten op een nieuw kabinet en een nieuwe minister voordat er een veegwet aan het parlement wordt voorgelegd. Kortom, het is nog niet gedaan met de pensioendiscussie!
Het onderwerp pensioen heb ik daarom maar even geparkeerd; nu een uitstapje naar de gezondheidszorg. Zeker voor ouderen is gezondheidszorg net zo belangrijk als pensioen.
Oneindige vraag naar oneindige zorg
Een bevriende arts, die ook adviseur was bij een ziektekostenverzekeraar, zei al meer dan tien jaar geleden tegen me dat de gezondheidszorg gekenmerkt wordt door een oneindige vraag naar een oneindige zorg. Vroeger ongeneeslijke ziektes worden behandelbaar. Dat geldt ook voor ziektes waaraan relatief weinig mensen lijden. Daarvoor worden nu tegen hoge kosten medicijnen ontwikkeld; medicijnen waarvan de behandeling soms honderdduizenden euro’s per jaar kost. Vooral op het gebied van oncologie wordt nog veel verwacht. Soms kunnen er zelfs ‘tailormade’ medicijnen worden gemaakt, die zijn afgestemd op de gen-structuur van de tumor van slechts één patiënt. De opwaartse druk op de kosten van de gezondheidszorg is daardoor nu al gigantisch groot en zal nog verder toenemen. Dat maakt de vraag relevant of we wellicht een grens moeten stellen aan de kosten die wij per behandeling maken. Heeft ook een 85- of 95-jarige nog ‘recht’ op bijvoorbeeld een hart- of een niertransplantatie, en wie beslist daar dan over? Dat is een ethisch probleem. Anders gezegd, moet alles wat medisch-technisch mogelijk is, ook financieel vergoed worden? Verzekerden nemen vaak het standpunt in “ik heb voor mijn ziektekostenverzekering betaald, dus ik heb er recht op”. Dat alles leidt wel tot de vraag of de kosten van de gezondheidszorg überhaupt beheersbaar zijn.
Uitgaven ziektekosten opbrengst of last?
In het maatschappelijke debat worden uitgaven voor ziektekosten vrijwel altijd als een last gezien en niet als een opbrengst. Dat is begrijpelijk, maar is dat ook terecht? De betaalde ziektekostenpremie is voor wie ze moet betalen weliswaar een last, maar de verleende zorg is voor de ontvanger duidelijk een opbrengst.
Een kernvraag is of wij gezondheidszorg niet te veel als kosten in plaats van als een nuttige uitgave zien; een (te) dure auto die wij kopen zien wij in het algemeen toch ook niet als kosten? Vanuit een andere invalshoek geformuleerd, is gezondheid wel in geld uit te drukken?
Kostenbeheersing
Kostenbeheersing staat in de gezondheidszorg al heel lang hoog op de agenda. Al jaren is getracht de kosten te beheersen door het aanbod in de zorg terug te dringen. Dat met het idee dat ieder aanbod zijn eigen vraag creëert. In eerste instantie hielp dat ook. Minder ziekenhuizen en ziekenhuisbedden hebben het aantal ligdagen doen afnemen. Dertig jaar geleden lag je met een blindedarm een week in het ziekenhuis en nu nog maar twee dagen. Beperking van het aantal studieplaatsen op universiteiten hielp ook, al telt Nederland daardoor overigens relatief weinig artsen per 100.000 inwoners. Beperken van het aantal verzorgings- en verpleeghuizen was een andere maatregel. Maar uiteindelijk keerde de wal het schip. Het aantal wachtlijsten nam fors toe en dat werd maatschappelijk niet meer geaccepteerd. Het beleid werd bijgesteld.
Het invoeren van eigen risico’s voor verzekerden, in Vlaanderen treffend ‘remgeld’ genoemd, werd gezien als een andere mogelijkheid tot kostenbeheersing. Zo kenden wij in Nederland enige tijd de medicijnenknaak. De administratiekosten overtroffen echter de opbrengsten en daarmee werd redelijk snel gestopt. Nu is er het wettelijk eigen risico van € 385,00 per verzekerde per jaar, en ook het verzekerde pakket is teruggebracht.
Andere verdeling van de totale kosten doet die kosten op zich niet stijgen of dalen
Afschaffing of vermindering van het eigen risico voor ziektekosten doet de kosten van de gezondheidszorg op zich niet stijgen. Het totaal van die kosten is immers afhankelijk van de omvang van de geleverde zorg. Pas wanneer die bekend is, volgt de vraag hoe de kosten verdeeld moeten worden. Je zou in theorie zelfs niets kunnen verzekeren en iedere patiënt zijn eigen kosten laten betalen. Het andere uiterste zou zijn alle lasten over iedereen in Nederland om te slaan. Werken met een eigen risico, zoals nu, is een mengvorm. De wijze van verdeling van de kosten staat echter los van de omvang daarvan.
Echte kostenbeheersing lijkt alleen mogelijk door snijden in het verzekeringspakket
Naarmate we ouder worden, nemen ook de medische kosten toe. Ongeveer 85% van de medische kosten die een mens in zijn leven maakt, vallen in het jaar van geboorte en het jaar van overlijden.
Door de vergrijzing van de bevolking zal de medische consumptie onontkoombaar verder toenemen. Ouderen hebben nu eenmaal meer zorg nodig. Beheersing van kosten blijft daarom belangrijk. Eigen risico’s doen de totale zorgkosten voorspelbaar nauwelijks afnemen. Die leiden alleen tot een andere verdeling van die kosten. Een hoog eigen risico brengt bovendien het gevaar met zich mee dat patiënten afzien van doktersbezoek en het innemen van medicijnen. Dat zou zelfs tot hogere kosten kunnen leiden.
Effecten afschaffing dan wel vermindering eigen risico
Als het eigen risico voor ziektekosten wordt afgeschaft of beperkt, moet uiteraard de nominale of procentuele ziektekostenpremie omhoog, dat is een keuze. Vanuit de optiek van de verzekerde zal dat vaak kostenneutraal zijn. Veel verzekerden, zeker gepensioneerden, kunnen de kosten van een hogere premie wegstrepen tegen het vervallen van een eigen risico.
Ziektekostenpremies worden anders dan het eigen risico van een verzekerde tot de collectieve lasten gerekend. De collectieve lasten nemen bij een lager eigen risico dus toe; dit ondanks het feit dat een wijziging van het eigen risico in feite een vestzak- broekzakoperatie is.
Een niet onbelangrijk voordeel van afschaffing dan wel vermindering van het eigen risico zou wel zijn dat er minder zorgtoeslag behoeft te worden uitgekeerd. De bestaanszekerheid voor mensen met een laag inkomen neemt daardoor toe.
Bestuurslid VGO Media
Anton de Bekker deelt in zijn maandelijkse column zijn persoonlijke visie over actuele pensioenonderwerpen.