Zomer

In de zomer is het vaak rustiger en dat geeft tijd om te lezen, extra tijd om na te denken en te filosoferen. Deze – nu bijna voorbije zomer – las ik het prachtige door David van Reybrouck (een Belg) geschreven boek Revolusi over het ontstaan van de staat Indonesië en over de (de)kolonisatie van Nederlands-Indië.

Niet eerder besefte ik hoe groot Indonesië wel is. Een archipel met meer dan 15.000 eilanden, zich uitstrekkend over 45 lengtegraden, een achtste van de hele wereldbol – goed voor drie tijdzones – en het op 3 na grootste land ter wereld. Het aantal inwoners in 2022 bedroeg ruim 275 miljoen!

Het boek behandelt de periode van 1600 tot pakweg 1955. Van Reybrouck schrijft over de oprichting van de VOC in 1602 en de ontbinding daarvan in 1799. Hij schrijft ook over de opgraving in 1891 van de ongeveer een miljoen jaar oude Javamens, die tegenwoordig wordt gerekend tot de soort Homo Erectus, een vroege mensensoort die indertijd bekendstond als de ‘hypothetische schakel’ tussen aap en mens. Het boek gaat over ontvoogding en vernedering, over hoop en geweld en roept bij de lezer zowel gevoelens van trots als schaamte op.

Schuld

Een vraag die steeds opnieuw actueel is, is of huidige en toekomstige generaties kunnen worden aangesproken op de fouten/schulden van voorgaande generaties. Daarbij maken we onderscheid tussen individuele en collectieve schuld.

Individuele schuld

Vrij algemeen wordt aanvaard dat kinderen niet kunnen worden aangesproken op de fouten van hun ouders. Denk daarbij bijvoorbeeld aan foute Nederlanders in de Tweede Wereldoorlog. Voor materiële schuld ligt dat wat anders. Als iemand een erfenis aanvaardt, gaat ook de schuld over. Het is daarom verstandig om, voordat je een erfenis aanvaardt, eerst duidelijkheid te krijgen over de vraag of er ook schulden zijn. De erfenis kan immers ook worden geweigerd.

Collectieve schuld

Bij de discussie over het slavernijverleden is er veel aandacht voor de vraag of de nakomelingen van slaafgemaakten individueel of collectief voor een vorm van schadevergoeding in aanmerking zouden moeten komen. Tussen 1600 en 1900 werden in Nederlands-Indië zo’n zeshonderdduizend slaven verhandeld. Het later ingevoerde cultuurstelsel deed in een aantal opzichten voor slavernij niet onder. Individuele compensatie is praktisch gesproken niet uitvoerbaar. Over een vorm van compensatie voor collectieve schuld wordt wisselend gedacht. Enerzijds is er het morele besef dat er wel iets moet gebeuren, maar anderzijds kun je daar tegenin brengen dat die zaken moeten worden bezien in het tijdsbeeld van destijds.

Collectieve schuld en pensioen

Nu een stapje naar pensioen. PNO Media streeft er naar al op 1 januari 2026 naar het nieuwe pensioenstelsel over te stappen. Dat is ambitieus.

Pensioenverplichtingen kun je zien als een collectieve schuld. Sociale partners zullen op de transitiedatum de bezittingen van het fonds met graagte meenemen om in het nieuwe stelsel in te varen. Hopelijk vergeten ze de collectieve schuld dan niet. Het pensioenvermogen van PNO Media is bijeen gebracht door de nu gepensioneerden en actieven. Reglementair bestaat er recht op inhaalindexatie. Aan dat recht mag niet lichtvaardig voorbij worden gegaan.

Het bestuur van PNO Media zou zich – alvorens die erfenis uit het verleden te aanvaarden – bewust moeten zijn van het feit dat er ook sprake is van een collectieve schuld. Afwikkeling van de oude rechten in de vorm van een gesloten fonds verdient niet de voorkeur, maar is tenslotte wel een alternatief. Ik heb geen enkele reden om te twijfelen aan de inzet van het bestuur van PNO Media om de komende transitie op evenwichtige wijze te laten plaatsvinden.
Wij wachten af, maar houden de vinger aan de pols.


Bestuurslid VGO Media

 


Naschrift

In mijn column van 11 september zette ik het verschil uiteen tussen collectieve en individuele schuld, en dan met name de doorwerking daarvan naar opvolgende generaties. Kernpunt is dat individuele schuld – in tegenstelling tot een collectieve schuld – in het algemeen niet aan de volgende generatie wordt doorgegeven. Via voorbeelden maakte ik dat duidelijk.

Enkele weken na de verschijning van mijn column volgden er twee reacties van lezers die meenden dat er in mijn column een vergelijking werd gemaakt tussen het leed dat slavernij veroorzaakte en de pensioenproblematiek. Dat was nadrukkelijk niet het geval. Een dergelijke vergelijking zou ook bijzonder ongepast zijn geweest. Pensioenproblemen vallen in het niet bij het enorme leed dat slavernij heeft veroorzaakt.

Ik probeerde in mijn column duidelijk te maken dat het bij pensioenschulden gaat om een collectieve verplichting met doorwerking naar de toekomst.

Voor het tweetal ontvangen reacties ben ik de schrijvers erkentelijk. Want als andere lezers ook die verkeerde indruk hebben gekregen, heb ik nu de gelegenheid een en ander te verduidelijken.


Bestuurslid VGO Media