Rente en inflatie gaan meestal hand in hand

Wanneer de inflatie toeneemt, stijgt meestal ook de rente. Ook nu is dat het geval. De kerninflatie, dat is inflatie exclusief voedsel en energie, bedroeg in maart van dit jaar 7,6%. Ook de rente steeg. We zien dat onder andere bij de hypotheekrente. Voor een hypotheek met een rentevaste periode van 10 jaar bedraagt de rente inmiddels al snel 4,0% per jaar. Veel banken geven ook weer rente op spaarrekeningen. Bij de Nederlandse grootbanken moeten we denken aan een rentevergoeding van zo’n half procent per jaar. Op een spaarrekening met een saldo van € 1000 betekent een rente van 0,5% dat aan het einde van het jaar € 5 aan rente wordt bijgeschreven. Zijn we daardoor toch een beetje rijker geworden en moeten we daar blij mee zijn?

Geldillusie: meer euro’s, minder koopkracht

Het tegendeel is waar. Er staat inderdaad vijf euro meer, dus € 1005 op de bank. Maar bij 7,6% inflatie heb je € 1.076 nodig om hetzelfde te kunnen kopen als een jaar eerder voor € 1.000. In een jaar tijd heb je dus zeven procent aan koopkracht ingeleverd. Niet iets om blij van te worden. De reële rente, dat is rente verminderd met inflatie, was negatief.

Pensioenfondsen dekken risico’s af

Vrijwel alle pensioenfondsen dekken risico’s af. Daar is op zich niets mis mee, maar dan moet het wel om de goede risico’s gaan. Het Nederlandse pensioenstelsel is vooral nominaal gericht en zo wordt vooral het risico afgedekt dat pensioenen nominaal, dus in euro’s, moeten worden verlaagd.

Afdekking nominaal risico vergroot risico in reële termen

Het afdekken van nominale risico’s door pensioenfondsen gebeurt vooral door het pensioenvermogen voor een groot deel en voor lange tijd tegen de huidige lage rente te beleggen. Een daling van de rente doet dan minder pijn en kan dan goed worden opgevangen. Pensioenen hoeven bij een rentedaling dan niet te worden verlaagd. De keerzijde van de medaille is wel dat er van een stijgende rente minder wordt geprofiteerd. Het vermogen staat immers voor lange tijd vast tegen een lage rente. Vooral in een periode met een stijging van zowel rente als inflatie doet dat pijn. De conclusie is dan ook dat het afdekken van risico’s in nominale termen het risico in reële termen vergroot.

Een reëel beschermingsrendement in nieuw pensioenstelsel kan inflatieschade beperken

Alle deelnemers, dus actieven, slapers en gepensioneerden, lijden schade door inflatie. De koopkracht van hun pensioenvermogen daalt immers met het inflatiepercentage. Procentueel is de schade voor alle betrokkenen even hoog. Bij een inflatie van 6% leveren allen over het door en voor hen gevormde pensioenvermogen 6% aan koopkracht in.

Te overwegen zou zijn aan alle pensioenvermogens ten laste van het rendement eerst een inflatiecompensatievergoeding toe te kennen. Dat gaat volledig pro rata en dat is dus volstrekt evenwichtig. Het rendement dat daarna nog resteert, kan vervolgens op de wijze zoals in het nieuwe pensioenstelsel wordt voorgesteld voor verdeling in aanmerking komen.


Bestuurslid VGO Media